Jaarverslag 2016.
Wielrenende mamils – middle aged man in lycra. Daar begint het seizoen mee. Een zuur verhaal van een meneer die zelf notabene erevoorzitter is een wielervereniging. Hij somt vier bezwaren van een fietsende mamil op: ze houden zich niet aan verkeersregels, ze rijden met een snelheid tegen de 40 per uur, ze zijn bot en met elektrische ondersteuning wordt het nog gevaarlijker. Toch fijn om te kunnen concluderen dat deze man echt geen verstand van fietsen bij een vereniging als de onze heeft, want die vier bezwaren zijn bij ons gelukkig onbekend. Erevoorzitter zal hij bij ons nooit worden. Gelukkig had Hans van Tricht ook nog een ander artikel meegestuurd. Een amateurwielrenner belicht juist de positieve punten van fietsen: het is gezond. En ik wil me hard maken voor het laatste punt dat deze man maakt: weer de groep gepensioneerde fietsers in het weekend van de fietspaden. Die mogen doordeweeks.
De eerste rit van het seizoen zijn 32 leden present voor een rustig rondje van 35 kilometer. Op eerste paasdag is het droog, maar de wegen nat. Dat resulteert in de eerste lekke band van het seizoen. Hans van Tricht is de ongelukkige.
Op tweede paasdag is het helemaal feest. Een zuidenwind kracht 6. Besloten wordt om niet naar Kerkwijk te rijden, maar een rondje Surae met Gerrit als wegkapitein. In al zijn wijsheid roept Gerrit na het afrijden van het de Keizersveerse Brug links af. Vol de wind tegen in de polder. Door in een waaier, kop over kop te rijden, bereiken we toch nog een acceptabele snelheid. Al met al een leuke ervaring.
Een week later ligt er veel modder op de weg. En die bleef aan de wielen plakken, bij de bochtjes was het vervolgens oppassen. Patrick kon bij Werkendam zijn fiets niet rechthouden en gleed onderuit. Gelukkig echt een gevalletje zonder erg.
Dit voorjaar maar weinig lekkere dagen. Veel wind, lage temperaturen en buien. Dat kenmerkt de ritten in april. De rit naar Blauwe Sluis voltooid de B-groep een half uur eerder dan de A-groep. Want daar waren 2 lekke banden en een buitenband die van de velg af liep te noteren. Voordeel van zoveel lekke banden is de slappe praat. Waarom mannen altijd iets opzoeken om tegen aan te zeiken bijvoorbeeld. Oh ja, de buitenband van Paul Sengers had er een van Jan de Rooij kunnen zijn. Geen rubber meer te zien op het canvas.
Eind april is het kouder dan met kerst. En dan nog buien erbij, fijn fietsweer. Toch starten 24 april 15 man. Na het zien van de donkere regenwolken boven Gorinchem en de zeer lage temperatuur van 4 graden Celsius, heeft de wegkapitein van dienst –Wouter – die geen zin had om een ijskoud pak te halen, de rit bij de Tol (Sleeuwijk) aangepast. Ze zijn weer terug richting Hank gereden. Bij Kille zag het er weer zonnig uit en is besloten een kleine ronde door de Noordwaard te rijden, waarbij de pas uitgezette Indiase Waterbuffels, Schotse hooglanders en Zweedse Kowalskipaarden zijn gespot.
De eerste rit in mei zal velen bij blijven. Corné de kapper klapt bij Rijswijk tegen een stilstaande auto. Corné in de kreukels, zijn fiets trouwens ook. Beide hebben meerdere breuken. Een lang herstel wacht. Dank aan alle leden die zich om Corné bekommerd hebben na zijn ongeluk!
Dan wordt het opeens zomer in Nederland, waar eind april nog sneeuw viel, is het een week later ruim over de 25 graden. Korte broek en shirt kunnen weer uit de kast. Omdat we in twee groepen rijden en ik mezelf niet in tweeën kan delen, bij deze het verzoek om anekdotes voor het jaarverslag vooral de smeuïge bij mij te melden.
Dit jaar veel aanmeldingen voor de toertocht in Zeeland. Helaas werkt het weer niet mee. Gevoelstemperaturen net boven nul , windkracht 5 zelfs 6 en mogelijk regen. Het uitstel van de rit leidde vervolgens tot afstel. Volgend jaar een nieuwe kans.
Op 2e pinksterdag een nieuwe rit door de Noordwaard. Omdat de wegkapiteins de route nog niet helemaal hadden afgestemd, haalde de A groep de B groep bij Werkendam in om elkaar vervolgens voorbij Kop van’t Land nog een keer tegen te komen. De Noordwaard is mooi opgeknapt, met mooie slingerende asfaltwegen midden door de natuur. Veel van onze leden rijden dan ook doordeweeks regelmatig een rondje door het gebied.
Mei is Giro maand. Na 36 jaar lijkt het er op dat we eindelijk weer een grote ronde gaan winnen en voor het eerst de Giro d’Italia. Kruiswijk rijdt ijzersterk en heeft een ruime marge in het algemene klassement. En dan toch een moment van onachtzaamheid. Een van de eerste bochten van de afdaling van de Col dell’Agnello snijdt Kruiswijk verkeerd aan gevolgd door een salto tegen de sneeuwwand. En weg giro winst.
Het officieuze tijdrit kampioenschap wordt gewonnen door Bart. Hij verslaat Hendrik Jan met een handvol seconden.
Ondanks slecht weer zijn er 13 man present op zaterdag 18 juni voor de lange rit richting Chaamse bossen. Dat zijn er een stuk meer dan vorig jaar, want toen waren we maar met z’n vieren. Die dertien zijn overigens wel zeiknat geregend.
Op vaderdag rijden we een kort ritje. De B-groep rijdt de rit andersom, zodat bij Doeveren gezwaaid kan worden. Helaas voor de B-groep valt er vlak voor terugkomst in Hank nog een val te noteren. Bij een sprint tegen de Keizersveerse brug op komt Robert van Arkel ten val. Hoewel het ernstig leek, blijkt de schade te bestaan uit wat schaafwonden. Nadat vorig jaar bij de A-groep al een val was te noteren bij een illegale sprint, is een conclusie wel te trekken: alleen sprinten op de officieel daarvoor aangewezen stukken wegdek. Ook opvallend: twee keer een valpartij bij de B-groep op het moment dat ze de route tegen de richting in rijden. Dat geeft te denken…
De laatste rit in juni geeft een wolkbreuk bij Den Hout. En dat was een verrassing, want Buienradar had die hoosbui niet voorspelt. De B-groep is nog gestopt om regenjasjes aan te doen, maar voordat die aan waren, was iedereen al doorweekt. De binnenkomst in Hank werd opgeluisterd met een tweede hoosbui, deze keer vergezeld van donder en bliksem.
De rit naar Poppel kent een lage opkomst, slechts negen man rijden de 157 kilometer. Oorzaak is de matige weersvoorspelling, maar in de praktijk valt dat gelukkig alleszins mee. Alleen wat druppels bij Bavel. Wel moesten we het zonder gebak stellen. Niet omdat de WTC aan het bezuinigen is, maar de nieuwe uitbater van ’t Driekske in Hulsel had het verse gebak – met nadruk op vers - nog in de vriezer staan. Ook was er geen verse bakker in Hulsel. En bij de constatering dat er wel een kerk was, meldde de uitbater dat die werd omgebouwd tot een tweetal woningen. Hulsel heeft het NIET, zullen we maar zeggen. Om het slechte asfalt van de Slingerdreef te vermijden reden we over het terrein van het AZC. Dat was geen verbetering, want die klinkerweg zou zo uit Syrië kunnen komen.
Onze penningmeester hield tijdens mijn vakantie de bijzonderheden bij. Hij noteerde enkele lekke banden (het was geen beste zomer in Nederland heb ik begrepen), enkele gastrijders en een jaarmarkt in Molenschot, met een wellicht blijvende aanpassing van de route tot gevolg. Ook nemen een aantal leden het initiatief om door de weeks lange tochten te rijden. Zijn ze in training voor de Ronde van Hank? Bij de B-groep herleefde oude tijden. Jan de Rooij had eerst een afloper, maar bleek even later toch echt plat te staan.
Zondag 21 augustus is het echt slecht. Alleen de top van het opkomstklassement komt opdagen voor een rit met hindernissen. Piet van Meeteren was de eerste die lek reed en het was volgens hem pas de 3e keer, zolang hij lid is van de WTC Hank – en dat is 30 jaar - dat hij lek reed. Dus 1 keer per 10 jaar. De volgende die een lekke band had was niet moeilijk te raden, want na een harde knal kon Ad afstappen. Ad constateerde dat er een scheur in zijn buitenband zat , maar met een lapje van Gerrit werd het euvel bijna verholpen, ja bijna want bij het oppompen zowaar weer een harde klap. Door de 2e nieuwe binnenband tot 4 bar op te pompen wist Ad Hank te halen.
Onze jaarlijkse heuvelklassieker in Limburg kende dit jaar een ongekende opkomst. Liefst 17 leden en 2 gastrijders togen naar het zuiden van ons land om de bekende heuvels te bedwingen. Het weer werkte ook nog mee, waarmee het erg plezierig fietsen was. Gewoonte getrouw werd de voorraad oud bruin van de camping volledig geplunderd.
Daags erna was het minder weer en dus een mindere opkomst. De a-groep werd in de polder bij Prinsenbeek opgeschrikt door een idioot die een blinde bocht met veel te hoge snelheid aan de binnenkant afsneed en vervolgens nog zo brutaal was om verhaal te komen halen. Wouter heeft deze knul in duidelijke bewoording gewezen op zijn eigen tekortkomingen.
Een week later is de ronde van Hank. Nieuw dit jaar is een wedstrijd voor recreanten. Vier leden van de WTC geven acte de presence en Jacco wordt na een sterke wedstrijd knap 5e. Net als voorgaande jaren ondersteunen tal van leden de organisatie van de Ronde.
De laatste ritten van het seizoen worden onder prachtige omstandigheden afgewerkt. Ook de laatste rit gaf een stralend blauwe lucht en weinig wind. De opkomst was er dan ook naar 33 leden en 3 gastrijders. Ronald stuurde ons als toetje van het seizoen nog over de kasseistrook bij Den Hout. Na dat pak rammel, kon het seizoen echt afgesloten worden en reden we rustig naar Hank. Vanwege het mooie weer was het voor de derde maal op rij mogelijk om op het terras van de Vissershang het seizoen af te sluiten. Onder het genot van koffie en gebak werd Kees van Schijndel gehuldigd. Fijn was dat Corné al zo goed herstelt was, dat hij deze laatste rit weer mee kon rijden.
Zondag 11 december stonden 13 leden en een voormalig Nederlands kampioen mountainbiken om half 10 bij De Hannebroeck gereed voor een primeur van WTC Hank. Bijna iedereen was er stipt op tijd. Nu was de A27 afgesloten dus een excuus was snel gevonden. Het weer werkte goed mee. Droog en een graad of 7. We startten op de single track van Boswachterij Dorst. Maar al snel werd deze track verlaten en alternatieve routes opgezocht. Dat was ook wel nodig want met zo'n grote groep zijn we wel een rijdend obstakel op dit drukke parkoers. Gijs kent het gebied op z'n duimpje en leidde ons langs alle uitdagingen in de Surea en De Duiventoren. Een enkeling zette een voetje op de grond, maar verder reden we met een stabiel tempo door de bossen. André vormde de sluitpost en ving diegenen op die even te voet moest. Na iets meer dan 20 kilometer doken we bij Dorst de single track weer op. Hier werd het weer meer keren en draaien. Maar de track lag er perfect bij. We maakten de doorsteek naar de Cadettenkamp. Dit deel is wat rustiger en legden we met een steady snelheid af. Terug onder de snelweg door pakten we nog een paar kilometer van de track mee. Na 35 kilometer en ruim twee uur fietsen waren we weer terug bij het startpunt. Een lekker tochtje op de vertrouwde zondagochtend. Iedereen was het er wel over eens dat we dit vaker kunnen doen.
Secretaris Hendrik-Jan Schep.